zondag 7 juni 2009

Sollicitatie & Gonne?

Beste Martin Bril,

Of mag ik Martin zeggen. Of misschien meneer Bril? Voor het idee hou ik het momenteel op Martin Bril, aangezien ik waarschijnlijk nooit het antwoord zal horen. Dus ja, beste Martin Bril. Dit is een brief, eigenlijk een email, die ik al veel eerder had moeten sturen. Een brief waarvan ik graag had gehad dat je hem had kunnen lezen in levende lijve. Nu ben ik maar in de illusie dat je hem daarboven toch kunt zien en in die zelfde illusie mag ik je Martin Bril noemen. Nou we doen gek, ik mag je in mijn illusie zelfs Martin noemen.
Beste Martin, ik zal de reden van deze ‘brief’ melden. Martin, je bent mijn held. Ja, ik zeg het te laat en ja, wat heb jij hier aan, maar toch zeg ik het. Je bent mijn held. Niet op een ‘foto’s boven mijn bed’ manier, maar eerder op een ‘plekje in mijn hart’ manier. Want daar zit jij, naast mijn verwassen knuffelkonijn en mijn ‘Oliebol van krentenkoek, las een prachtig prentenboek’ boek. Daar zit jij, Martin, eigenwijs voor je uit te staren, met een blik die alleen jij zou kunnen werpen op de wereld.
Waarom jij mijn held bent en daar tussen mijn konijn en mijn allerbeste kinderboek zit? Je hebt mijn slaperige ogen open gegooid. Je hebt ze laten zien. Je hebt mijn handen in werking gezet en mijn gedachten doen tollen. Jij hebt een deur open gezet die nooit nog zal sluiten. Jij hebt gedaan wat geen ander kon en daarom ben jij mijn held.
Het mooiste van alles is eigenlijk dat je het zelf niet eens weet. Je weet niet dat je mijn wereld hebt verlicht. Voor jou was het gewoon weer een dag. Misschien zat je koffie te drinken in de favoriete café. Misschien zat je in Frankrijk te genieten van de zon. Misschien lag je ziek in bed. Maar je zal het waarschijnlijk al vergeten zijn. Terwijl het voor mij een dag is die mij gemaakt heeft zoals ik nu ben.
Je zult je nu niet afvragen wie ik ben, want waarschijnlijk lees je het niet eens, maar toch zal ik het vertellen. Ik ben Gonne. Zo vreemd als de naam doet vermoeden. En vanaf het moment dat ik je eerste column las, ben ik meer gaan doen met de duizenden woorden in mijn hoofd. In plaats van ze in mijn hoofd en boekjes te bewaren, ben ik ze gaan uitdelen aan wie ze wilde hebben. Nu geloof ik graag dat mijn woord is gaan leven. Al is mijn woord niet mijn woord en al is een woord nooit levend, toch geloof ik het graag.
Wat jij dan waarschijnlijk niet zal geloven, is dat dit een sollicitatie is. Een langdurige weliswaar, maar volgens mij heb je daarboven wel de tijd. Ik wil graag solliciteren voor een stageplekje in jouw hart. Al is het maar even, om te zien hoe het daar gaat. En misschien, heel misschien als het goed gaat en ik mezelf kan bewijzen. Heel misschien zal ik dan een vast plekje krijgen tussen jouw knuffelkonijn en jouw eerste kinderboek. Maar dat is voor de toekomst, voor nu wil ik gewoon even langs komen. Gezellig met een kop koffie en een krant, praten over vandaag of gisteren. Om te kijken of ik ook in jouw hart pas.

Gonne